- beeldend kunstenaar -
Dankzij mijn fascinatie met de Amsterdamse School is mijn werk doorvlochten met overeenkomsten tussen mijn oosterse verleden en mijn leven in Amsterdam.
Nosrat Mansouri Gilani
Vuurtoren van Verhalen - Doggersvaart 27 - 1784 PD Den Helder
Ik wandel in sprookjesland.
Ik word betoverd.
Ik wandel in de wens van mijn Iraanse vader, in zijn paleizen voor de arbeiders. Gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School, een statement als het gaat om bouwen met respect voor de mens.
In 2010 besloot de gemeente Amsterdam om in de Houthavens een asielzoekerscentrum te bouwen.
Het was een bijzonder besluit omdat de asielzoekers in nieuwe woningen tussen andere burgers zouden komen te wonen.
In 2014 veranderde de Syrische opstand in een gruwelijke burgeroorlog waardoor miljoenen mensen het land ontvluchtten. De beelden van bootvluchtelingen staat ons nog in het geheugen gegrift. Dit was een aanleiding voor mij om een vuurtoren te bouwen. Een vuurtoren voor de verdwaalde boten, van toen en nu.
Het asielzoekerscentrum in de Houthaven is er niet gekomen. Maar gelukkig heeft de Vuurtoren van Verhalen in Den Helder alsnog een thuis gevonden ...
De Houthavens van Amsterdam, waar de asielzoekers zouden gaan wonen, liggen naast de oude wijk de Spaarndammerbuurt en aan de voet van Museum Het Schip, hét icoon van de Amsterdamse school. Daarom heb ik een Vuurtoren in de stijl van de Amsterdamse school gebouwd.
In de Spaarndammerbuurt is de Amsterdamse School in vorm en ziel aanwezig. Het bekendste bouwwerk is Het Schip. Dit is één van de drie blokken arbeiderswoningen aan de Zaanstraat die zijn ontworpen door Michel de Klerk en uitgegroeid tot het icoon van deze idealistische stroming in de architectuur.
Voor veel Europeanen is de waardering van werkers en ‘verheffing van de arbeiders’ iets dat in het verleden is bereikt. In andere landen, vooral die waar veel vluchtelingen vandaan komen, is dit gegeven nog steeds heel ongewoon.
Ik kom zoals veel andere vluchtelingen uit een land met een traditie van verhalen vertellen en poëzie. De taal die gebruikt wordt is associatief. Monumentale boeken zoals 'Duizend en Een Nacht, Kelille o Demneh' zijn in die traditie ontstaan. Elk volk en elke generatie heeft er nieuwe verhalen aan toegevoegd. Er wordt vaak een verhaal in een verhaal in een verhaal verteld. Het is vergelijkbaar met het ‘Droste effect’. Een raamvertelling dus. Een techniek waarbij een verhaal de omlijsting vormt van een aantal verhalen: binnen die raamvertelling ontplooien zich steeds weer nieuwe raamvertellingen, zodat je na een tijdje het gevoel krijgt binnengelokt te zijn in een duizelingwekkend labyrint.
De opbouw van de
De verhalen, vormen en symbolen van alle mensen die mee hebben gedaan zijn in vijf staanders verwerkt, de vijf staanders vormen samen de Vuurtoren van Verhalen.
Een altaar is een object dat in alle culturen bestaat. Met zorg gemaakt, ambachtelijk, veranderend en zich vormend in de tijd. Het Altaar in Iran is diep verankerd in de cultuur en geschiedenis van het land . Het heeft zich door de jaren heen kunnen redden door zich aan te passen aan veranderingen. Vergelijk het met de evolutie van dierensoorten en planten. Je herkent de mammoet in een olifant. Zo iets.
In Iran is het altaar de plek waar je naartoe gaat als er geen oplossingen meer zijn. Een eindpunt. Een wonder dat uitkomst moet bieden. De belichaming van hoop. Elk altaar is een monument. Om mensen en dingen te redden uit de vergetelheid. Het eerste altaar dat ik heb gemaakt, heet “voor de bootvluchteling”. Voor mij is de bootvluchteling een uitvloeisel van Afrika. De altaren zijn gemaakt van blik en ijzer, de materialen waarvan men daar speelgoed maakt. Speelgoed staat voor onschuld. Het altaar is een monument van de onschuld.
Monument voor de Bootvluchteling - Maquette
Tapijt - blik en ijzer - 100x100 cm
Zonder titel - blik en ijzer - 50x45 cm
Zonder titel - blik en ijzer - 32x27 cm
Zonder titel - blik en ijzer - 39x39 cm
Vier kraaien - blik en ijzer
Eendjes uit Gaza - blik en ijzer
Zonder titel - blik en ijzer
Heemskerk - blik en ijzer
Mahiha - blik en ijzer
Mohere O Mahi - blik en ijzer
Zonder titel - blik en ijzer
Ben Ali Libi de goochelaar - blik en ijzer
BEN ALI LIBI
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bosjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In 't concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Willem Wilmink
Alice - blik en ijzer
Zemestan/Winter - Drieluik, ijzer - 110 x 53 cm
Horoscoop - blik en ijzer
Reigers aan de Amstel - blik en ijzer
Voor de revolutie van 1978 was in Iran het dragen van een stropdas normaal. Zo hadden mijn vader en mijn broers een kast vol stropdassen. Na de revolutie was het dragen van een stropdas een symbool van westers imperialisme geworden, dat geen plaats meer had in het nieuwe Islamitisch revolutionair land.
Ik was toen 8 of 9 jaar.
Mijn zus heeft met al onze overbodige stropdassen een groot, mooi dekbed voor mij gemaakt. Ik werd elke dag wakker met de stralen van de zon door de stropdassen in mijn ogen. Een mooi begin van de dag. Dit beeld is mij altijd bijgebleven. Dat heeft mijn zus voor mij gecreëerd.
Op een dag hoorde ik mijn zus lachend tegen mijn vader vertellen: ´ik was bij de kruidenier om de hoek. De kruidenier zei dat hij niets meer aan mij zou verkopen behalve als ik voortaan een hoofddoek zou gaan dragen.´
Mijn zus is bioloog en tijdens de revolutie en vlak daarna was ze afdelingshoofd in een grote medicijnen fabriek. Langzaam maar zeker werd het werken haar onmogelijk gemaakt. Zij is eigenlijk haar functie uit gepest. De boodschap was duidelijk. Een vrouw als leidinggevende wordt niet meer getolereerd in het nieuwe land.
In de tussentijd was de man van mijn zus, ontslagen en gevangen gezet.
Zo zijn mijn zus en haar kind letterlijk op straat beland. Zij is naar ons ouderlijk huis terug gegaan. Om haar zoon te kunnen onderhouden moest mijn zus weer gaan werken.
Het dragen van een hoofddoek was inmiddels verplicht. De regering had een paar richtlijnen vast gesteld. Het was een soort uniform met bepaalde kleuren die vrouwen verplicht moesten dragen. En natuurlijk een hoofddoek. Een vierkant stuk stof dat zwart moest zijn of één van de donkere kleuren die waren toegestaan.
De vrouwen ontdekten snel wat en waar de grenzen waren. Een kleine bloem op de onderste hoek van de hoofddoek borduren. Dat kon en deden steeds meer vrouwen. Mijn zus had een nieuwe baan. Bloemen borduren op hoofddoeken.
Mijn zus had voor de revolutie van 1978 in de gevangenis gezeten. Toen ze vrij kwam had ze een paar kleine bloempjes meegenomen. Als kind vond ik ze hartstikke mooi. Toen ik ouder werd kwam ik er achter wat het verhaal van die bloemen was.
De bloemen waren gemaakt van broodresten en ingekleurd met antibiotica. Die kreeg mijn zus tegen de ontstekingen die zij tijdens martelingen opliep. Kabelklappen op haar voeten, net zolang tot vlees, vel en bloed niet meer te onderscheiden waren. En daarvoor kreeg ze dan antibiotica in gekleurde papiertjes. Slaan op nog niet genezen wonden heeft nog meer effect.
Het verhaal van mijn zus heb ik in een drieluik vorm gegeven.
Meer info over dit project vindt u hier.
Sint Lucien Steeg; In de muur van Sint Luciensteeg in Amsterdam zijn tientalen gevelstenen gemetseld. Deze gevelstenen zijn gered na de verbouwingen van de afgelopen 200 jaar in Amsterdam. Zonder de redding van deze gevelstenen was dit project niet ontstaan.
Migratie; Ik vind dat de migratie zelf altijd vooruit loopt op wat wij allemaal rondom migratie bedenken. Dit project loopt ook dus een paar stappen achter de migratie aan. Dat is in ieder geval zeer gerust stellend. Het komt erop neer dat wij gevelstenen gaan redden die zelfs nooit hebben bestaan.
Ik; Ik woon sinds 1991 in Amsterdam. Ik ben een vluchteling uit Iran. Hier een nieuw leven opbouwen was niet makkelijk. Je moet manieren vinden om je hier thuis te kunnen voelen. Zoals de Surinamers zeggen, “je huis moet je niet bijten”.
We; We hadden allemaal onze redenen om hierheen te komen. Of we van plan waren om te komen of niet te komen, te blijven of niet te blijven, we zijn nu eenmaal hier en we doen wat we doen.
Gevelstenen ; Gevelstenen horen bij Amsterdam. Gemetseld in de muren vertellen ze verhalen van de gewone man die ooit in Amsterdam leefde. Ze vertellen verhalen van mensen die wilden laten weten dat ze er zijn.
Samen met pottenbakker Tom Bakkers hebben we met 4 (migranten)families uit Bos en Lommer 4 gevelstenen gemaakt. Deze gevelstenen zijn nu te zien in Podium Mozaïek.
Hij heeft een supermarkt en een restaurant. Beide zaken heeft hij Sera genoemd. Sera is een plek waar het voedsel nooit op raakt. Daarom deelt hij veel met mensen. Omdat hij gelooft dat als hij deelt met anderen niets zal opraken.
Delen heeft hij van de natuur geleerd.
“Ik was met mijn vader in de bergen. Een adelaar heeft een van onze pasgeboren lammetjes meegenomen. Mijn vader keek toe hoe de adelaar met het lammetje in zijn klauwen weg vloog. Ik vroeg waarom hij de adelaar niet dood schoot. mijn vader zei dat het lammetje voor de adelaar bestemd was. En voegde toe: ‘Verder, als ik hem dood schiet hebben we aan beide niks’.”
Fikret
“Er zijn daar grote maisvelden in een groengele kleur en we speelden in de velden. Maisvelden vol met mensen die hard werken, lachen en elkaar verhalen vertellen. Mais zorgt er voor dat we bij elkaar zijn en tijd voor elkaar hebben. Een symbool van het dierbare leven van vroeger.”
Hamyet
“Met mijn Limburgse en Amerikaanse roots ben ik via allerlei omwegen in Amsterdam beland. Noem mij nieuwsgierig van aard en veel onderweg. Zo pik je overal wat op. Zoals deze hoed bijvoorbeeld.”
Eugene
“De duif dat ben ik zelf. De vleugels van de duif zijn mijn handen. Ik heb in de zorg gewerkt en zorg nog steeds voor anderen.”
Nanda
Een samenwerking van jongeren uit Nederlandse azc's, scholieren, het Groninger Museum, Stedelijk Museum Zwolle en het Bonnefanten Museum.
Twee jaar geleden werd ik door iemand getipt om het boek ‘Het museum van de onschuld’ van Orhan Pamuk te lezen. Na het lezen van het boek liet het mij niet meer los. In dit prachtig geschreven verhaal versmelten twee werelden die soms pal tegenover elkaar staan, die van het oosten en die van het Westen. Ik opende de Facebook-pagina ‘Iedereen een eigen museum’. Op die pagina vroeg ik mensen om persoonlijke objecten en onderwerpen met een verhaal daarachter te delen. Het digitale museum was een feit.
Door mijn Iraanse culturele achtergrond ben ik altijd geïnteresseerd geweest in associatief werken en denken. Een mooi voorbeeld uit Perzië is: ‘Duizend-en-een nacht’, waarin al associërend een verhaal in een verhaal, in een verhaal wordt verteld, zodat duizend-en-een nacht samenvallen in een eindeloze reeks verhalen die als een enkele nacht voorbij gaan (het nederlandse ‘droste effect’).
Associatief denken kan vaak alleen herkend worden nadat het iets teweeg heeft gebracht. Het beginpunt kun je bepalen, maar het einde is onbekend. Zo zijn we het project ‘iedereen een eigen museum’ ingegaan. En zo is deze methodiek ons kleine verhaal in een haast eindeloze reeks van duizend-en-een. Het eind blijft ongewis.
Een korte film over mij van Rens Oomens i.s.m. Stichting De Werkelijkheid. Copyright © 't Aambeeld